Verdient of verdiend: hoe zit het precies?

Is het verdient of verdiend? Dit leidt vaak tot verwarring. Hoewel de woorden op elkaar lijken, hebben ze verschillende grammaticale functies. Dit artikel legt helder uit wanneer welk woord gebruikt wordt, inclusief handige voorbeelden en tips.

Het verschil in een notendop

Het fundamentele verschil tussen “verdient” en “verdiend” is dat “verdient” een vervoegde vorm is van het werkwoord “verdienen” in de tegenwoordige tijd, terwijl “verdiend” een voltooid deelwoord is. Dit onderscheid is cruciaal om ze correct te gebruiken.

Wanneer gebruik je “verdient”?

“Verdient” is de derde persoon enkelvoud van het werkwoord “verdienen” in de tegenwoordige tijd. Dit betekent dat het gebruikt wordt wanneer gesproken wordt over iemand (hij, zij of het) die op dit moment iets verdient. Een aantal voorbeelden:

  • Hij verdient een beloning voor zijn harde werk.
  • Zij verdient meer erkenning voor haar prestaties.
  • Het project verdient meer aandacht.

Een handige ezelsbrug: de “t” in “verdient” verwijst naar de tegenwoordige tijd.

Wanneer gebruik je “verdiend”?

“Verdiend” is het voltooid deelwoord van “verdienen”. Dit wordt gebruikt in combinatie met een hulpwerkwoord zoals “hebben” of “zijn” om een voltooide actie aan te geven. Een aantal voorbeelden:

  • Het succes is dubbel en dwars verdiend.
  • Na een lange dag werken heeft hij zijn rust verdiend.
  • Ze heeft een mooie vakantie verdiend na al die inspanning.

Tip: de “d” in “verdiend” kan gekoppeld worden aan deed (verleden tijd).

De regels achter de woorden

Om het verschil te begrijpen, is het handig om kort de grammaticale basis van werkwoorden te herhalen:

  1. Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT): Dit is de vorm die een actie aangeeft die nu plaatsvindt. Bijvoorbeeld: “Hij verdient”.
  2. Voltooid deelwoord: Dit wordt gebruikt in combinatie met hulpwerkwoorden om een actie in het verleden te beschrijven. Bijvoorbeeld: “Hij heeft verdiend”.

Hier is een overzicht van de vervoegingen van “verdienen” in verschillende tijden:

Onvoltooid tegenwoordige tijd:

  • Ik verdien
  • Jij/u verdient
  • Hij/zij/het verdient
  • Wij/jullie/zij verdienen

Onvoltooid verleden tijd:

  • Ik verdiende
  • Jij/u verdiende
  • Hij/zij/het verdiende
  • Wij/jullie/zij verdienden

Voltooid tegenwoordige tijd:

  • Ik heb verdiend
  • Jij/u hebt verdiend
  • Hij/zij/het heeft verdiend
  • Wij/jullie/zij hebben verdiend

Veelgemaakte fouten en hoe deze te voorkomen

Het gebruik van “verdient” en “verdiend” wordt vaak verward. Hier zijn enkele veelgemaakte fouten en hoe deze voorkomen kunnen worden:

  1. Fout: Hij heeft een beloning verdient.
    • Correct: Hij heeft een beloning verdiend.
    • Uitleg: Hier is “verdiend” correct omdat het een voltooid deelwoord is dat bij het hulpwerkwoord “heeft” hoort.
  2. Fout: Zij verdiend meer salaris.
    • Correct: Zij verdient meer salaris.
    • Uitleg: Hier is “verdient” correct omdat het de derde persoon enkelvoud in de tegenwoordige tijd is.

Een handige tip om fouten te voorkomen: kijk of er een hulpwerkwoord zoals “hebben” of “zijn” in de zin staat. Als dat zo is, wordt meestal “verdiend” gebruikt.

Praktische ezelsbruggetjes

  • Tegenwoordige tijd: Gebruik “verdient” als gesproken wordt over iets dat nu gebeurt. Denk aan de “t” van “tegenwoordig”.
  • Voltooid deelwoord: Gebruik “verdiend” als gesproken wordt over iets dat al gebeurd is. Denk aan de “d” van “deed” (verleden tijd).

Samenvatting

Het verschil tussen “verdient” en “verdiend” komt neer op de tijd en de functie in de zin.

  • Verdient: Dit wordt gebruikt in de tegenwoordige tijd (hij/zij/het verdient).
  • Verdiend: Dit wordt gebruikt als voltooid deelwoord in combinatie met een hulpwerkwoord (hij heeft verdiend).

Met deze uitleg en voorbeelden is het nu duidelijk wanneer “verdient” of “verdiend” gebruikt moet worden. Twijfels kunnen worden weggenomen door de zin hardop te lezen of te controleren op de aanwezigheid van een hulpwerkwoord.